Chae Eun Rhee: alles doet er toe 

Laurie Cluitmans

Curator, Contemporary Art, Centraal Museum Utrecht 

November 2023

Chae Eun Rhee: alles doet er toe 


Het is alweer anderhalf jaar geleden dat ik Chae Eun Rhee voor het eerst in haar studio in Buitenplaats Doornburgh bezocht. De buitenplaats, eeuwenlang in gebruik als luxe zomerverblijf, deed vanaf 1957 dienst als klooster. De zusters die zich daar vestigden, hadden een visionaire blik en nodigden architect en monnik Dom Hans van der Laan uit om een aanvullend kloostercomplex te bouwen. Zijn leerling Jan de Jong nam uiteindelijk de opdracht aan en creëerde een prachtig complex, geheel in lijn met zijn leermeesters gedachtengoed. De heldere, sobere architectuur is van elke frivoliteit ontdaan en toch tactiel. Hoewel de zusters in 2016 vertrokken, is het nog steeds een kalme en stille omgeving. Als bezoeker ga je er haast automatisch langzamer lopen, zachter praten. Via dat voormalige klooster trad ik de wereld van Chae Eun Rhee binnen. Hoe anders ging het er daar aan toe. Kleurrijke en drukbevolkte schilderijen vormden een uitbundig en uitnodigend contrast. 


In haar studio werkte Rhee aan een nieuwe reeks schilderijen, waaronder een commissie voor het Centraal Museum. Haar schilderijen zijn een lust voor het oog, er valt constant iets te ontdekken en hoewel ze gefragmenteerd en drukbevolkt zijn, zijn ze niet chaotisch. In haar studio bewegen mijn ogen als vanzelf van het ene verhaal naar het andere, van het ene detail naar het volgende. De grote werken bestaan uit parallelle scenes die zich tegelijkertijd afspelen; scenes uit het hier en nu en een ver verleden; scenes en details uit Zuid-Korea, Noord-Amerika en Nederland; scenes uit popcultuur, films, kunstgeschiedenis en de actualiteit. De beeldmotieven – die ze zelf ook wel visuele tekens of visuele vlekken noemt – zijn als een koortsdroom met elkaar verweven. Vaak spelen twee of drie scenes de hoofdrol en zijn het slimme oplossingen, zoals architectonische ruïnes, gordijnen of een element zoals vuur die de individuele verhalen van elkaar onderscheiden en die ruimte creëren om het oog langzaam met de acties mee te laten bewegen, te laten zoeken en te laten lezen. 


Rhee vertelt me hoe ze opgroeide in Seoul in Zuid-Korea, en daar al op jonge leeftijd de kunstgeschiedenisboeken doorspitte en zichzelf bekend maakte met de schilders uit vorige eeuwen: Caravaggio, Rembrandt, Vermeer. Toen ze in Chicago schilderkunst ging studeren aan de School of the Art Insitute had ze via de fantastische collectie van de Art Institute opeens de kans om oog in oog te staan met de schilders die ze voorheen alleen op papier had kunnen zien. De kunstgeschiedenis is nog altijd een belangrijke inspiratiebron voor Rhee. Zo was een referentie naar de Ongelovige Thomas van Caravaggio in een schilderij dat in haar eerste tentoonstelling bij EenWerk in september 2020 te zien was, aanleiding geweest voor het Centraal Museum om haar uit te nodigen een nieuw werk voor de collectie te maken. 

In dit schilderij genaamd Spiegel im Spiegel, nam de ongelovige Thomas een prominente plek in. Het is een typerend werk voor Rhee, waarin ze leert en leent van de oude meesters. Het was niet alleen de kunsthistorische referentie, maar ook de manier waarop ze deze referentie inkleedde en naar het nu wist te vertalen die opviel. Thomas prikt in de wond van Jezus, naast hem staat een tijdgenoot van hem en een tijdgenoot van ons. De groep is omringd door allerlei andere motieven die verwijzen naar angst, zoals Hitchcocks film The Birds, een paar politieagenten bewaken een scene. Het is typisch voor de manier waarop Rhee zich dergelijke kunsthistorische citaten eigen maakt. Ze worden losgezongen van hun oorspronkelijke context, maar dragen hun betekenis over als een hint en geven de nieuwe compositie een historische betekenislaag. 


Afgelopen oktober bevond ik mij opnieuw in Rhee’s studio voor een preview van de schilderijen voor Anyway the Wind Blows, haar tweede solo bij Eenwerk die op 11 november 2023 opent. De groene en open omgeving van de buitenplaats was eerder al essentieel gebleken voor Rhee om zich op een nieuwe manier te ontwikkelen. Daarvoor had ze met name in grote steden, Seoul en Chicago, gewoond. Dat grootstedelijke leven had haar kleurpallet beïnvloed en resulteerde in meer grijzere tonen. Eenmaal in Doornburgh werkzaam, sijpelden de groene omgeving haar kleurgebruik binnen en kon ze opeens een horizon waarnemen die samen met Hollandse wolkenluchten op haar doeken verschenen. Voor haar nieuwe reeks schilderijen omarmt ze die groene omgeving nóg meer. De vele wandelingen buiten, overdag, maar ook ’s nachts, en de verandering van de seizoenen bieden nieuwe beelden en sijpelen door in haar werk. Toen ze het boek Where the Crawdads Sing (2018) recentelijk las, begon ze zelf ook veren te verzamelen in de omgeving van de buitenplaats en na te schilderen, net zoals Kya. Kya is de jonge protagonist in het boek van Delia Owens die grotendeels alleen opgroeit in de moerassen van Noord-Carolina en haar eigen weg weet te bewandelen. Ze brengt haar dagen door met het verzamelen van veren en schelpen, die ze naschildert. Hoewel Rhee niet letterlijk refereert aan het boek in haar nieuwe schilderijen, raakte ze geïnspireerd door hoe Kya samenleeft met een overweldigende natuur die in het boek wordt beschreven. 


Centraal in het schilderij 41 Days and Nights verbeeldde ze een vrouw in een boot, die door het water van de kijker weg beweegt. Het schilderij is niet zomaar een boottocht, maar ademt een zekere mysterieuze sfeer uit. Zijn we getuige van een overstroming? Of juist van de schoonheid van de majestueuze natuur?  In de details van het werk probeer ik hints te lezen. Wat is er gebeurd? Waar zijn we? De scene toont een door water en wilde natuur overgenomen architectuur. Het raam waar zij naar toe waadt is een referentie naar de zeventiende-eeuwse ramen van het oude huis van de buitenplaats. Het oude glas bobbelt en laat het licht op een vervormde manier weerkaatsen. Om het raam te schilderen, bestudeerde Rhee de ramen van Vermeer in het Rijksmuseum ter inspiratie. Opvallend aan dit werk is dat niet alle vlakken figuratief of precies zijn uitgewerkt. Het gordijn links bijvoorbeeld, of de wortels van de boom die langzaam overgaan in een massa ongedefinieerd water, en het schilderachtig oranje vlak, rechts van de boot, dat een vuurzee zou kunnen zijn, maar ook zonder definitie logisch aanvoelt. De vrouw in regenjas met paraplu roept herinneringen op aan eerdere werken, waarin ze refereerde aan de paraplu-revolutie in Hongkong in 2014. Misschien toch nog een hoopvol teken? 


In haar studio hangen hier en daar pagina’s uit het getijdenboek Les Très Riches Heures du Duc de Berry (omstreeks 1410) van de Gebroeders Limbourg. Het middeleeuwse getijdenboek is beroemd om de rijke versieringen van prachtige miniatuurschilderingen. Het bevatte onder andere lezingen uit de evangeliën en psalmen. En de zogenaamde werken van de maand die in twaalf scenes de landelijke, agrarische arbeid verbeelden, die typisch plaatsvond in een bepaalde maand. Ze worden ook wel verbonden aan de tekens van die dierenriem en worden gezien als het menselijke antwoord op de ordening van Gods universum. Op verschillende schilderijen in de studio ontwaar ik langzaam details uit dat getijdenboek. Een waarschuwende engel uit het vagevuur, een groep zwijnen die eikels zoeken in de maand november of een jachtscene met een groep honden in de maand december. Er is een overeenkomst tussen Rhee’s composities van fragmenten van narratieven en de manier waarop de narratieven in het getijdenboek worden verbeeld: meerdere scenes worden als het ware opgestapeld, boven elkaar, ze spelen zich tegelijkertijd af en verbeelden samen een verhaal. Het grote verschil is dat er in Rhee’s schilderijen nooit zomaar één verhaal verteld wordt. 


Als een hedendaagse historieschilder reflecteert ze op onze tijden. Niet door één enkel perspectief te geven, één gebeurtenis, één plek, één dominant perspectief, maar juist door fragmenten samen te brengen, en de kijker vervolgens uit te nodigen te bewegen tussen gebeurtenissen, perspectieven en mogelijkheden. Zo zijn er meerdere terugkerende elementen in de nieuwe reeks schilderijen: Mudra’s – handgebaren van Boeddha –, wereldbollen, mensen die wereldbollen maken, ganzen, valken en het valkenieren als een sport om wilde vogels tam te maken, mensen in beweging als tegengewicht tegen het stilzittend staren naar een digitale wereld op een scherm. De brede beeldcultuur vindt zo gehoor in haar werk. Van AI gegenereerde gezichten, popcultuur, kunstgeschiedenis en nieuwsbeelden. Het vormt het visuele archief waar ze vrijelijk uit put. Die visuele vlekken zijn alsof Rhee alles wil vatten, alle visuele verschijningsvormen die ons leven rijk zijn. Elk schilderij vertelt vervolgens een verhaal. Maar dat is nooit eenduidig. De motieven zijn daar, de lezing is open. En dat komt ook omdat veel van de motieven niet alleen een symbolische betekenis dragen, maar ook voortkomen uit het plezier van het schilderen, uit de nieuwsgierigheid van de schilder en het verlangen bepaalde beelden te schilderen. Ze wil de energie van die visuele vlekken vastgrijpen en in de enorme overvloed van beelden bewaren. Neem bijvoorbeeld de paars-zwarte kousenbenen. Het is een detail van een oude meester dat haar al geruime tijd bezighield en nu eindelijk – ogenschijnlijk random en logisch tegelijkertijd – een plek vindt. 


In een kleiner schilderij The Shape of Wind waar ook de handgebaren weer een rol spelen, zien we vogels, veren, en twee meisjes in een compositie naast en boven elkaar bestaan. De twee handen zijn dit keer geen mudra’s, maar in elkaar geklemd via de duim vormen ze twee vleugels. Het is het teken voor vogel in gebarentaal. In de afgelopen periode zag Rhee de vogels buiten in een zwerm samenkomen, voorbij trekken naar warmere oorden, en zo nu en dan verzorgde ze gewonde vogels. Het is onderdeel van haar dagelijkse leven geworden, maar toch ook een subtiele metafoor. Migratie is een thema dat op een overdrachtelijke manier in veel van de werken terugkeert. Niet letterlijk de stroom van mensen, maar als een beweging richting een onbekende toekomst. Hoe kunnen we onszelf oriënteren in een visueel overvloedige wereld gevuld met grote onzekerheden? En hoe stelden we ons de toekomst voor in het verleden? 


Rhee bouwt haar visueel overbluffende schilderijen heel precies op uit fragmenten terwijl ze deze levensvragen in haar achterhoofd houdt. De buitenwereld sijpelt constant door in haar schilderijen en trekt je als beschouwer naar binnen. Het zijn de vele details die je daar houden.